Schaakmat Westland

Schaakmat Westland 1 - Scheve toren

Na de nederlaag in de eerste ronde tegen DSC, herstelde Schaakmat Westland 1 zich met een 5-3 overwinning op Scheve Toren. Door de nederlaag van DSC tegen Botwinnik zou het toch nog een interessantere competitie kunnen worden dan gedacht na de eerste wedstrijd.

Menno opende de score, hij speelde met zwart op bord 3 remise na zetherhaling. Uit analyse bleek dat wit kansen op voordeel had gemist en vervolgens ook zwart kansen had laten liggen. Ook op bord 6 werd de vrede al snel getekend door Paul en zijn tegenstander.

Henk haalde het Koningsgambiet van stal, wat zijn tegenstander veel hoofdbrekens en tijd kostte. Er kwam een eindspel op het bord dat wat prettiger voor wit was en dat Henk ook al vaker op het bord had. Zwart bleef zeeën van tijd gebruiken en wit voerde de druk verder op. Al op de 22e zet was dit beslissend.

Jan-Willem speelde met zwart Slavisch en er kwam een theoretische stelling op het bord. Op zet 15 offerde wit plotseling een stuk, wat hij met rente (2 pionnen) terugkreeg. Zwart kon echter door wat tactische trucs gebruik maken van zijn ontwikkelingsvoorsprong. Toen wit de beste verdediging miste kwam hij in een matnet terecht, wat dan ook de partij na 25 zetten beëindigde.

Johan kreeg op bord 8 te maken met een egel-achtige opstelling. Hij had moeite om een goed plan te vinden. Zo rond zet 20 had een verkeerde zet van Johan een stuk moet kosten. Gelukkig zag zijn tegenstander het ook niet. Verderop in de partij bezorgde hij zijn tegenstander een gat in zijn koningsstelling en een dubbele h-pion. Dat bleek genoeg om het punt binnen te halen.

Michiel had na de opening het initiatief op de damevleugel en zijn tegenstander probeerde een koningsaanval op te zetten op de koningsvleugel. Die aanval kwam echter nooit echt van de grond en Michiel snoepte alvast een pionnetje mee. Michiel moest in tijdnood nog wel goed opletten, totdat zijn tegenstander door zijn vlag ging. Daar waren de matchpunten alvast binnen.

Karg speelde met zwart tegen Jeroen Kleijn (1717). Na een reti opening had hij op zet 15 de mogelijkheid om paarden te ruilen, maar deed dit niet met oog op actieve lopers van zijn tegenstander. Dit leidde tot passief spel, een wat verkrampte stelling en even later tot pionverlies. Na verlies van een tweede pion was het eigenlijk wel gedaan. In de tijdnoodfase probeerde Karg nog wat trucs in te bouwen, maar deze werden gepareerd door mijn tegenstander.

In de partij van Manfred op bord 5 werden van beide kanten weinig fouten gemaakt. Na 25 zetten was er nog geen pion geruild. Manfred had groter voordeel kunnen krijgen als hij 2 zetten had omgedraaid. Nu bleef de stelling in evenwicht. In tijdnood voerde manfred zijn kandidaat zet niet uit en switchte op het laatste moment naar een andere variant. Dat was niet handig waardoor zijn tegenstander een handvat had om op te spelen en dat ook goed uitvoerde.