Schaakmat Westland

Voorheen Schaakmat en Westlandse Schaakcombinatie (W.S.C.)
Wedstrijd WSC6 - RBC Belgische park 3

Juryrapport mooiste partij 2008-2009

 

Ieder jaar wordt door Schaakmat een prijs uitgereikt aan de indiener van de mooiste partij, die ter be­oor­de­ling is aangeboden aan de daarvoor ingestelde jury. Dit jaar zijn er vier partij­en ingele­verd. Om tot de mooiste partij te komen wordt een onderzoek gedaan. Bij dit onderzoek komt een aantal sub­jec­tie­ve punten aan de orde, zoals:

 

  • Is de partij zodanig opgeschreven en aangeboden dat hij naspeelbaar is?
  • Heeft de partij elementen in zich die het mooie van de schaaksport tonen?
  • Zijn er verrassende wendingen die leiden tot een mooi resultaat ?
  • Levert de partij misschien nieuwe inzichten op?
  • Verdient de indiener een waardering voor zijn geleverde prestatie?

 

Beoordeling:

De volgende partijen zijn ingeleverd op volgorde van speeldatum:

 

Partijnr:

Ingeleverd door:

Gespeeld tegen:

Gespeeld op:

Zetten

Uitslag:

1

Jan Bouke Tiersma

Coen Verspeek

27-10-2008

33

1-0

2

Jaap de Haan

Ad Oomes

15-12-2008

44

1-0

3

Marijn Oomes

Wouter van Koppen

29-01-2009

15

1-0

4

Bertus Groot

Wim Vogelaar

16-02-2009

41

1-0

 

Alle partijen werden zodanig ingeleverd dat zij goed naspeelbaar waren.

 

De eerste partij opende met Pirc verdediging en werd gekenmerkt door scherpe aanvallen van beide zijden. Aangevallen stukken werden vaak verdedigd door weer andere stukken aan te vallen. Beide dames werden flink onder druk gezet. Coen zag op het juiste moment dat hij moest voorkomen dat zijn dame verloren zou gaan als hij niet een dreigende vork zou pareren. Hij vond de juiste zet. Op zet 29 kon Jan Bouke een paard verdienen, echter hij zag dit over het hoofd. De partij leverde voor de spelers zoveel spanning op dat deze partij plotseling door Coen voortijdig werd beëindigd, dit in het voordeel van Jan Bouke. Het was een mooie partij die het ver­diende om uitgespeeld te worden.

 

De tweede partij begon met een ongebruikelijke variant, waarbij de theorie al bij de derde zet verlaten werd. Al snel werd een aantal stukken uitgeruild. Ad ruilde op zijn 13e zet zijn loper voor een paard, maar gaf de mooi ontwikkelde aanval daarmee uit handen. De witte loper kwam al snel op h6 te staan waar hij de hele verdere partij een grote druk uitoefende. Wit was er dan ook bij gebaat dat zwart de diagonaal a1-h8 op de 16e zet opende. Op de 22e zet kwam wit een paard voor te staan en verhoogde de druk op g7. Een dameruil was het gevolg, waardoor de achterstand zwaar ging drukken op zwart.

 

Met behulp van de opening “Twee paarden in de nahand en Max Lange aanval“ wist Marijn zich met grote snelheid naar het eindspel te bewegen. Na een goede ontwikkeling van zijn stukken kwam hij mooi te staan. Hij leidde zijn slotoffensief in met het offeren van een paard waarbij het hem lukte de partij geheel te beheersen. Vervolgens kon hij zijn tegenstander op verras­sende wijze mat  zetten. Dit alles deed hij in slechts vijftien zetten!

 

De vierde en laatste partij kan een veteranenpartij genoemd worden. Hij werd door Bertus op een keurige wijze aangeleverd, voorzien van een aantal opmerkingen. De partij begon met een Dame Indische opening. Beide spelers ontwikkelden de stukken uitstekend. Na een zeer spannend en inge­wikkeld spel gaf Wim de strijd op, juist vòòr het moment dat een pion van zijn tegenstander zou pro­moveren.

 

Conclusie

Duidelijk moge zijn dat alle vier partijen in aanmerking komen voor de mooiste partij, echter het is de jury opgelegd slechts één partij aan te wijzen. Om de knoop dan nu maar door te hakken kiest de jury, met pijn in het hart voor de andere spelers, voor de partij van Bertus. Hij heeft daarmee bewezen een prachtig spel op te kunnen zetten, waarbij hij onder grote druk tot de goede zetten kwam. Met zijn spel en zijn bijzondere gave om met zijn visuele handicap om te gaan, mag worden gezegd dat hij daar­mee een mooie bijdrage levert aan de schaaksport in het algemeen en aan Schaakmat in het bij­zon­der.

 

De winnende partij:

Figuur 1

 

 

 

Figuur 2

Figuur 3

 

Figuur 4

 

Op de 15e zet werd Bertus stevig onder druk gezet door Wim. (Zie figuur 2) Het leek er op dat Wim steeds meer grondgebied veroverde, echter Bertus wist met een simpele pionzet de scherpe aanval op h7 te pareren, waarna vervolgens een paardenruil plaats vond in het centrum. Op de 25e zet kon Wim de dame en toren aanvallen met zijn loper op g5. Ook deze keer had Bertus een pionzetje om een ramp te voorkomen. Bertus wist Wim steeds verder op zijn eigen terrein terug te dringen. Op de 22e zet ( zie figuur 3) stond de koning van zwart veilig achter de paaltjes en had zwart een pion­nen­meerderheid op zijn damevleugel. Wit had weliswaar een open d-lijn  maar kon daar niet snel genoeg van profiteren. Op de 33e zet kon Wim de dame en toren opnieuw met zijn loper op g5 aanvallen. Nu had Bertus geen pion meer achter de hand. Hij loste deze uitdaging op door met zijn toren schaak te geven op d1, waarna dit eerst opgelost diende te worden. En toen was de zwarte loper weer beschik­baar om de dame te verdedigen. Op de 38e zet won Wim een stuk door de loper met zijn pion aan te vallen. De loper kon nergens meer heen. Ondanks zijn stuk voordeel stond Bertus toch beter en was er geen houden meer aan. Mede als gevolg van de inmiddels gesneuvelde witte pionnen kon Bertus naar de overwinning streven. Zoals eerder vermeld lukte het Bertus niet te promoveren omdat Wim de partij toen reeds opgaf! (Zie figuur 4)

 

14 april 2009

De jury